The origin of BIRDS.

The origin of BIRDS

Op terugreis vanuit Japan kreeg ik van de stewardess een origami kraanvogel die ze zelf had gevouwen tijdens de vlucht. Dit om mij te bedanken voor de tijd die ik had genomen om haar te vertellen over de beste Belgische pralines en waar die te vinden in Brussel.

Deze kraanvogel dus.



                                                     Staat nog steeds op mijn bureau.

Kort daarna moest ik tijdens mijn edelsmid opleiding bij SYNTRA, die ik eerder dat jaar was gestart, een ontwerp bedenken voor de ‘puzzel- of inpasopdracht’. Een technische test (met punten op 10 en al) om na weken zagen en vijlen te laten zien dat er vordering zat in die vaardigheden.

Want, daar moeten we eerlijk in zijn, er was ruimte voor verbetering.

 

 

 

 

Met de kraanvogel nog in mijn achterhoofd, werd het dit.

Het ontwerp uitzagen en bijvijlen in één materiaal (messing) om daarna de puzzel te vervolledigen met stukken uit een ander materiaal (zilver en koper).

Lijkt simpel? Niet dus.

Zeker niet, omdat het een geometrisch ontwerp is. Die lijn moet echt wel recht zijn en die hoek echt wel 90°, want anders lijkt het nergens op. Willen, maar niet kunnen, als het ware.

Een oefening dus in vaardigheid en nauwkeurigheid, maar ook geduld en wilskracht. Voornamelijk dan om de hele puzzel niet door het atelier te gooien, als je voor de zoveelste keer te veel hebt weggevijld en opnieuw moet beginnen…

 

 

 

 

 

Na veel vloeken dan uiteindelijk toch geslaagd voor de ultieme test: messing plaatje opheffen en checken of de puzzelstukjes blijven zitten…

Fast forward naar het einde van mijn jaaropleiding, toen ik het thema 2.0 koos als leidraad voor mijn afstudeerproject. Eerder gemaakte ontwerpen opnieuw uitvinden. Hetzelfde, maar dan anders. En hopelijk beter.

De geometrie en rechtlijnigheid van de puzzeloefening, waar ik zoveel op gevloekt had, was wel ook juist datgene wat me aansprak in het ontwerp. Daar moest ik dus iets mee.

Het centrale stuk van mijn afstudeerproject ging een ring worden, dus oorbellen dan maar.

Oorspronkelijk met het idee om er 2 identieke opengewerkte exemplaren van te maken, maar gaandeweg geëvolueerd naar een asymmetrisch paar met één open en één gesloten versie.

Geen idee waarom, want ik ben normaal gezien wel van de symmetrie, maar hier kreeg ik direct het gevoel dat het zo moest zijn. En het paste ook volledig in het thema 2.0: verschillende interpretaties van hetzelfde ontwerp, vanuit een ander perspectief.

Ik heb sindsdien geen enkel symmetrisch paar oorbellen meer gemaakt, dus dat buikgevoel is wel blijven hangen.

 

 

En zo zitten ze nu dus ook in mijn collectie.

Trots op.

 

 

 

Of hoe een spontaan gesprek bij de vliegtuigtoiletten en een onverwacht gebaar van een attentvolle stewardess zoveel jaren later als inspiratie kan dienen voor een juweel.

 

 

 

 

Ik maakte tijdens mijn technische edelsmidopleiding nog een hele hoop andere ontwerpen, maar daarover later meer…

 


Back to blog